India is geen bestemming, het is een ervaring. Vanaf het moment dat je voet zet op deze fascinerende grond, voel je dat dit een reis wordt die je niet alleen fysiek, maar ook mentaal en emotioneel zal transformeren. Elk moment hier ademt avontuur, elke plaats heeft een verhaal en elke ontmoeting raakt je hart. Onze reis door India, van de bruisende straten van Delhi tot de serene wateren van Kerala, was een ware ontdekkingstocht vol beleving en wonder. Beleef India in dit blog met ons mee!
Onze reis begon in Düsseldorf, waar we aan boord gingen van onze Emirates vlucht richting het onbekende. Via een korte overstap in Dubai vlogen we verder naar Delhi, een stad waarvan we wisten dat ze ons ging verrassen, maar niet hoe intens.
Delhi: het kloppende hart van India
Delhi begroet je niet zachtjes. Zodra je de luchthaven verlaat, omarmt de chaos je als een oude vriend. Het getoeter van riksja’s, de roep van straatverkopers, de geuren van kardemom, curry en diesel – alles is tegelijkertijd overweldigend en onweerstaanbaar. Een ware cultuurshock, maar dan op een manier die je nieuwsgierigheid wakker maakt in plaats van afschrikt.
Gelukkig begonnen we rustig. Een ontspannende massage bij aankomst bracht onze vermoeide lichamen tot rust en hielp ons acclimatiseren na de lange vlucht. Die avond genoten we van een eerste kennismaking met de Indiase keuken op een sfeervol dakterrasrestaurant, met uitzicht op de fonkelende lichtjes van de stad. Pittige curry’s, kruidige dal en versgebakken naan. Oftewel per direct genieten van de Indiase keuken!
Verkenning met een geweldige gids
De volgende dag gingen we op pad met een lokale gids die ons niet alleen Delhi liet zien, maar vooral liet voelen. Met hem aan onze zijde wandelden we door de steegjes van Chandni Chowk, waar het leven zich op straat afspeelt. In de beroemde “Paranthe Wali Gali” proefden we de lekkerste paratha’s ooit, gevuld met aardappel, kaas en kruiden – vers uit de pan en recht uit het hart van de stad.
De Jama Masjid bood even een moment van rust. Vanaf de trappen van deze indrukwekkende moskee zagen we de drukte onder ons doorgaan, als een eindeloze stroom van leven. Midden in Old Delhi is het een super leuke ervaring toch een stukje vervoer met Riskja, je beleeft de stad echt op een leuke manier “gefietst worden” door de stad. Prachtige straatbeelden! Leuk ook om te zien hoe het suikerriet, met een dieselmotor, wordt geperst tot suikerriet sap. Zoet en kennelijk lekker maar onze gids zei; niet doen als je morgen zonder diarree wilt rondwandelen in Delhi. We zijn zelf super alert met eten en drinken in dit soort landen dus we volgen het advies graag, heel graag op.
In New Delhi werden we herinnerd aan de Britse invloed, met brede lanen en monumenten als het India Gate en het imposante Rashtrapati Bhavan. Maar het was de Akshardham-tempel die ons werkelijk sprakeloos maakte. De gedetailleerde architectuur, het zachte licht, de stilte – hier voelden we ons klein maar verbonden met iets groters. Een van de meest indrukwekkende momenten van de dag was ons bezoek aan de Raj Ghat, de gedenkplaats waar Mahatma Gandhi werd gecremeerd. Deze invloedrijke man kent anno 2025 nog steeds veel populariteit in India, deze plaats wordt dan ook door bezoekers vanuit heel India bezocht.
In Delhi is een Hard-Rock Cafe dus als fanatiek bezoeker van deze keten ook even in Delhi op bezoek, resultaat: een fantastische, voorspelbare lunch en een New Delhi HRC shirt. Geen mega bijzondere HRC maar zeker een bezoekje waard nu we toch in India zijn. In de avond worden we opgehaald door onze chauffeur die ons naar Zaffran Restaurant brengt, we zijn deze avond uitgenodigd door onze lokale partner in India. Amit heeft ons een fantastische en gezellige avond bezorgt, erg leuk al die contacten we als Never Stop Travelling wereldwijd hebben opgebouwd. Het leven van de reisspecialist is gaaf!
Varanasi: waar het leven, de dood en het eeuwige elkaar ontmoeten
Na de eerste indrukken in Delhi, bracht onze reis ons naar een van de meest fascinerende plekken van India: Varanasi. Deze stad, gelegen aan de oevers van de heilige Ganges-rivier, is niet alleen de spirituele hoofdstad van India, maar ook een plek waar het leven en de dood in volledige harmonie naast elkaar bestaan. Vanuit Delhi vliegen we met Air India naar Varanasi, dik uur vliegen en per direct weer in een andere wereld.
We verbleven in een sfeervol hotel pal aan de rivier. Vanuit onze kamer zagen we de boten voorbij glijden, hoorden we het geklingel van tempelklokken en zagen we de rook van ceremoniële vuren omhoog krullen in de ochtendlucht. Het was alsof we niet in een stad sliepen, maar op een eeuwenoude plek van bezinning en ritueel – een ervaring die je nergens anders op de wereld opdoet.
De ganges, meer dan een rivier
De Ganges is hier niet zomaar een rivier. Ze is een levende godin, een symbool van zuivering, van wedergeboorte en verlossing. Pelgrims komen van heinde en verre om zich hier te wassen, om zonden af te spoelen, of om de as van hun dierbaren uit te strooien. Langs de rivier bruist het leven in elke vorm: mannen nemen hun ochtendbad, vrouwen doen de was, kinderen spelen in het water, en sadhus mediteren aan de rand. Nabij de Ganges rivier alleen maar vegetarisch eten gemaakt en alcohol vindt je nergens. De koe is sowieso heilig verklaard in India en kom je ook overal in het straatbeeld tegen. Rundsvlees wordt in het Zuiden van India wel geserveerd maar hier in deze regio’s tref je dat nergens aan. Dus kip, vis, lamsvlees e.d.
Boottochten bij zonsopgang en zonsondergang
Een absoluut hoogtepunt waren de boottochten over de Ganges. Bij zonsondergang voeren we uit langs de ghats, terwijl op de Dasaswamedh Ghat de indrukwekkende Ganga Aarti werd uitgevoerd. Met honderden lampen, gezangen, wierook en rituele bewegingen werd de rivier geëerd, en de sfeer was ronduit magisch. De hindoes geloven in wedergeboorte en de dood is dan ook minder zwaar dan zoals wij dat kennen, althans zo doet het overkomen. Dode mensen worden vervoerd in open vrachtwagens en aar de rivier gebracht. Hier vinden de gehele dag door crematies plaats aan de rand van de rivier. Ik vroeg waarom er bij al die houtstapels weegschalen stonden, je hebt dus 30 kg hout nodig voor een crematie. Naderhand worden de resten de rivier in geveegd en het stof wat daarbij vrij komt snuiven we allemaal in, maar niet te veel bij nadenken. Bijzonder is het in ieder geval zeer zeker!
Nog indrukwekkender was de tocht bij zonsopgang. In het schemerdonker gleden we in stilte over het water. De eerste zonnestralen gaven de stad een warme gloed, en de ghats kwamen langzaam tot leven. Geluiden van mantra’s, gebeden en klokken vulden de lucht. Pelgrims dompelden zich onder in het koele water, terwijl priesters rituelen uitvoerden. Het was alsof we getuige waren van een oud ritueel dat zich elke ochtend opnieuw afspeelt, onveranderd door de tijd.
Sarnath, waar Boeddha zijn woorden vond
Op een rustige middag bezochten we Sarnath, net buiten Varanasi. Hier gaf Boeddha zijn eerste toespraak, na het bereiken van verlichting. De sfeer in dit bedevaartsoord is totaal anders dan in Varanasi – kalm, groen, verstild. We wandelden langs oude stoepa’s, ruïnes van kloosters en eeuwenoude bomen. Het Boeddha Museum verraste ons met zijn collectie beelden, manuscripten en artefacten. Elk object vertelde een verhaal over vrede, wijsheid en het pad van verlichting. Sarnath was een mooie tegenhanger van de intense energie in Varanasi, en bood ruimte om even tot rust te komen en te reflecteren.
Technische pech, geen heilige hulp…
Minder spiritueel, maar wel memorabel: mijn laptop begaf het in Varanasi. Na wat pogingen om hulp te krijgen in lokale winkeltjes – die vooral bestonden uit vriendelijk hoofdschudden en beleefde verwarring – besloten we dat dit een klusje was voor Delhi, waar de digitale infrastructuur hopelijk wat beter uitgerust zou zijn. Het gaf ons tegelijk ook een les in loslaten: Varanasi draait niet om snelheid of efficiëntie, maar om overgave en acceptatie. Misschien moest het zo zijn. We zeggen vaarwel tegen het geweldige Varanasi en vliegen weer terug naar Delhi. In Delhi vinden we inderdaad een stelletje techneuten die mijn laptop kunnen herstellen, geweldig want als reisadviseur is het niet te doen onbereikbaar te zijn. Mobiele telefoons kennen veel maar een laptop is toch wel een gemak als je tijdens je reis nog wat wilt werken en al helemaal als je dagelijks een snelle beoordeling van je geschoten plaatjes wilt doen.
Tip voor mannen: In Varansi heb je veel “straat scheerders”, laat je eens lekker scheren aan de kant van de weg, een leuke ervaring!
De liefdesverklaring van de Taj Mahal
Alvorens onze rit naar Agra begon wachten er eerst een verrassing voor Jolanda! Ik (Ruud) en Neerle (jongste dochter van Jolanda) hadden weken terug al een plan uitgebroed om Jolanda in Delhi te verrassen. Neerle reist al vier maanden door Azië is heeft Mama dus al die tijd niet gezien. Niks vermoedend wandelt Jolanda dus naar “onze” auto, chauffeur, gids iedereen zat in het complot en daar zat Neerle plotseling in de auto. Geweldig leuk en emotioneel moment! Neerle reist vanaf hier een aantal dagen met ons mee. Gelukkig moeten we nog een aantal uren rijden naar Agra, alwaar we in het donker arriveren, dus de dames kunnen ff wat bijkletsen met elkaar.
De Taj Mahal, liefde in marmer gegoten
Al vroeg in de ochtend betraden we het complex, met de lucht nog koel en zachtroze van het opkomende licht. En daar stond de Taj Mahal, gehuld in een mysterieuze waas. De witte koepel leek bijna te zweven boven de omliggende tuinen, perfect weerspiegeld in het langwerpige bassin ernaar toe. Hoewel je haar al honderden keren op foto’s hebt gezien, doet niets je voorbereiden op de echte aanblik. De symmetrie, het delicate marmerwerk, het ingelegde bloemmotief van halfedelstenen – alles ademt perfectie.
De Taj Mahal is meer dan alleen een architectonisch hoogstandje. Het is het liefdesmonument van keizer Shah Jahan, die het liet bouwen ter nagedachtenis aan zijn geliefde vrouw Mumtaz Mahal, die in het kraambed overleed. Het duurde 22 jaar om te bouwen, met tienduizenden ambachtslieden en kunstenaars uit het hele Moghul-rijk. Het resultaat: een grafmonument dat symbool staat voor eeuwige liefde. Terwijl we daar stonden, in stilte, begrepen we ineens waarom mensen hier zo emotioneel kunnen worden. De Taj Mahal raakt je zonder dat je precies weet waarom. We hadden hier op de perfecte gids, een echte storyteller, geweldig!
Het Red Fort van Agra
Na de Taj Mahal reden we verder naar het indrukwekkende Agra Fort, ook wel het Red Fort genoemd. Dit fort van rood zandsteen lijkt op het eerste gezicht militair en stoer, maar binnenin ontvouwt zich een wereld van paleizen, binnenplaatsen en geheime vertrekken. We wandelden door marmeren hallen, langs fonteinen en balkonnetjes met uitzicht op de Yamuna-rivier – en op de Taj Mahal in de verte. Onze gids vertelde dat Shah Jahan hier zijn laatste jaren doorbracht, gevangen door zijn eigen zoon. Vanuit zijn kamer keek hij dagelijks naar het graf van zijn geliefde. Het gaf het fort een bijna poëtisch, maar ook tragisch randje.
De perfecte lunchplek
Na zoveel indrukken begon onze maag te knorren – en gelukkig wist onze gids precies waar we moesten zijn. Hij bracht ons naar een sfeervol lokaal restaurant, iets buiten de toeristische drukte. Een oase van rust met een klein binnenhofje, schaduwrijke zitplekken en verse, geurige gerechten. We genoten van een heerlijke thali – een verzameling kleine Indiase gerechten geserveerd op een metalen schaal – met onder andere romige dal, pittige paneer, knapperige papadums en zoete mango-lassi. Het was de perfecte afsluiting van een ochtend vol geschiedenis, emotie en verwondering. Agra gaf ons een glimp in een ander India – een India van liefde, macht en verfijning. De Taj Mahal blijft ongetwijfeld een hoogtepunt, maar het verhaal erachter, de echo’s in het Red Fort en de lokale gastvrijheid maakten het voor ons veel meer dan alleen een “foto-moment”.
Onze reis gaat verder! Het Boetiekhotel in Agra was een geweldig verblijf, echt genoten hier. Voor Neerle een paradijs die inmiddels vier maanden in Hostels had geslapen. Overheerlijk ontbijt en door….
Avontuur in Ranthambore: tijgers in het wild
Na ons verblijf in Agra, waar geschiedenis en romantiek hand in hand gingen, stond een nieuw avontuur op ons te wachten: Ranthambore National Park. Maar eerst… de rit ernaartoe! De weg van Agra naar Ranthambore bleek op zichzelf al een belevenis. De route voerde ons langs dorpen, uitgestrekte velden, kleurrijke markten en die onmiskenbare chaotische charme van het Indiase verkeer. Trucks versierd met bloemen en slogans, riksja’s vol mensen én kippen, overstekende koeien op hun eigen tempo – en wij, lachend achter het raam, volledig genietend van het moment.
Tussenstop bij Fatehpur Sikri
Onderweg van Agra naar Ranthambore maakten we een onvergetelijke stop bij Fatehpur Sikri, de voormalige hoofdstad van het Mughal-rijk. Deze verlaten stad, gebouwd door keizer Akbar in de 16e eeuw, ligt als een mysterieus openluchtmuseum te midden van het droge landschap. En hoewel ze ooit het centrum van macht en cultuur was, ligt ze er vandaag de dag sereen en bijna onaangeroerd bij. We wandelden door marmeren zuilengalerijen, imposante poorten en pleinen die ooit gevuld waren met hofhouding, muziek en politieke macht. Onze gids liet ons kennismaken met fascinerende details: het verhaal van Akbar en zijn drie vrouwen, zijn experimenten met religieuze verdraagzaamheid en de bijzondere mix van hindoeïstische, islamitische en Perzische architectuur. Vanuit de met bloemen omzoomde tuinen hadden we een prachtig uitzicht over de vlaktes, en het voelde alsof we even in een andere tijd stapten. De Buland Darwaza, de monumentale toegangspoort, maakte diepe indruk – niet alleen door haar omvang, maar ook door het gevoel van grootsheid dat ze uitstraalde. Deze onverwachte parel op onze route gaf onze reis letterlijk en figuurlijk een koninklijke glans. Het was niet alleen een pauze onderweg, maar een historische tijdreis, rijk aan verhalen, schoonheid en stilte.
Aankomst in Ranthambore, een oase in de jungle
Toen we bij onze accommodatie aankwamen, waren we meteen onder de indruk. Een prachtige lodge, verscholen in het groen, sfeervol ingericht in jungle-stijl met een vleugje luxe. Hier zouden we drie nachten verblijven, all-inclusive, en we hoefden werkelijk nergens aan te denken. ’s Avonds genoten we van heerlijke diners onder de sterren, met livemuziek op de achtergrond en een vuurkorf die het kamp verlichtte. De geluiden van de natuur om ons heen gaven alvast een voorproefje van wat ons te wachten stond.
De safari’s, dromen die werkelijkheid worden
De volgende ochtend, in het vroege schemerlicht, stapten we in onze open jeep. De lucht was fris, de jungle stil. Al snel zagen we herten, apen en kleurrijke vogels. Maar toen… een geritsel, gespannen stilte, een blik van de gids – en daar was ze: een tijgerin, in alle rust, kruiste ze ons pad. Kippenvel, tranen, pure verwondering. We hadden het geluk tijdens onze eerste ochtend al een tijger te spotten, en dat gevoel liet ons niet meer los. Gedurende onze twee ochtend- en één middagsafari zagen we nog meer wild: krokodillen bij het meer, een stel brullende langoerapen en heel veel pauwen. Elke safari bracht iets anders – een mysterie, een zoektocht, en telkens weer dat magische gevoel van deel uitmaken van iets groots. Ranthambore gaf ons natuur, avontuur én het gevoel van verwondering dat je alleen ervaart als je oog in oog staat met het wilde India. Onze lodge voelde als thuis, de safari’s als dromen, en de jungle… als een plek waar de tijd even geen vat op je heeft.
Op weg naar Jaipur, onze film draait gewoon door
Na de wilde schoonheid van Ranthambore lieten we de jungle achter ons en vervolgden we onze reis richting Jaipur. Maar eerst: een korte stop bij de lokale ATM, waar we onder toeziend oog van nieuwsgierige koeien, scooters en spelende kinderen ons contante geld bijvulden – typisch India! De rit naar Jaipur was opnieuw een belevenis op zich. In de auto voel je je als toeschouwer van een eindeloze live film: langs de weg kinderen met vliegers, marktvrouwen met kleurrijke doeken, luid claxonnerende brommers, heilige koeien midden op het asfalt, en complete families op één motorfiets. Elk moment is een scène vol leven, kleur en beweging.
Kookworkshop, proeven van India in eigen pan
Na het inchecken in onze schitterende home-stay accommodatie, is het tijd voor een van de hoogtepunten in Jaipur! We volgenden een super leuke en gezellige kookworkshop bij een lokale familie. In hun gezellige woning – een mix van traditionele flair en moderne gastvrijheid – werden we met open armen ontvangen. Op hun rooftop hadden ze een prachtige open keuken staan en konden we genieten van deze workshop, hun sterrenkijkers en de “achtergrond geluiden” van de stad.
We begonnen met een chai en een uitleg over de Indiase specerijen: geurige potjes met kurkuma, komijn, garam masala, mosterdzaad en verse gember stonden klaar. Daarna mochten we zelf aan de slag. We leerden:
-
hoe je perfect luchtige chapati’s bakt,
-
hoe een romige paneer butter masala wordt opgebouwd vanuit een eenvoudige tomatenbasis,
-
en hoe je met linzen, knoflook en ghee een heerlijke dal tadka maakt – simpel maar vol smaak.
Er werd veel gelachen, geproefd, geëxperimenteerd. Zelfs het vouwen van samosa’s werd een kunstwerk op zich. Ondertussen hoorden we verhalen over familierecepten, Indiase eetgewoonten en het belang van ‘food is love’ in de Indiase cultuur. En daarna? Aan tafel! Samen met onze gastvrouw genoten we van onze zelfgemaakte maaltijd, geserveerd op een zilverkleurige thali met rijst, chutneys en een zoete gulab jamun toe. Deze ervaring gaf ons een heel nieuw perspectief op de Indiase keuken – niet alleen als iets om te proeven, maar vooral als iets dat verbindt.
Jaipur, de roze stad betoverd ons
Aankomst in Jaipur voelde als het betreden van een decorstuk uit een koninklijk sprookje. Deze stad – roze geverfd ter ere van een bezoek van Prins Albert in 1876 – straalt grandeur uit, maar ook levendigheid. Majestueuze forten doemen op aan de rand van de stad, terwijl het hart van Jaipur bruist van de markten, geuren, kleuren en tradities. De Hawa Mahal met zijn kantachtige gevel, het City Palace, de handgeschilderde poorten, ambachtslieden die textiel drukken en edelstenen slijpen… alles ademt koninklijke elegantie en creativiteit.
Chauffeurs en gidsen eten meestal apart en zijn niet echt gewend om met gasten/toeristen te eten. Wij zijn anders! Dus “onze” Vikram gaat deze middag gewoon met ons aan tafel. Vervolgens kiezen we onze weg terug te voet, heerlijk om in deze stad even rond te wandelen en te genieten van het lokale leven. Jaipur is een erg relaxte stad, als je de juiste steegjes op zoekt, raak je ook wat los van de chaos en is het echt genieten van het leven in Jaipur. Geweldige stad!
Van Jaipur naar Jodhpur
Na de levendigheid van Jaipur, met zijn paleizen, kleuren en kruidige geuren, lieten we de Roze Stad achter ons. Op weg naar Jodhpur, de Blauwe Stad, wachtte ons een prachtige rit door het hart van Rajasthan. Het landschap veranderde voortdurend – van heuvels vol doornstruiken tot open vlaktes waar kamelen en geiten hun pad kruisten met riksja’s en vrachtwagens vol mensen en goederen.
Pushkar
Halverwege maakten we een bijzondere stop in Pushkar, een van de oudste en heiligste stadjes van India. Pushkar ligt vredig aan een meer, omringd door ghats (trappen naar het water) en honderden kleine tempels. De sfeer is totaal anders dan in andere Indiase steden – rustiger, spiritueler, bijna meditatief. We wandelden langs de oevers, zagen pelgrims baden in het heilige water en werden gegrepen door de stilte tussen de gebeden. Midden in het stadje bezochten we de zeldzame Brahma-tempel, uniek in India, waar bloemenoffers en belletjes een serene klankkleur gaven aan het ritueel. Brahma heeft maar 1 tempel en die staat hier. De nauwe straatjes stonden vol met kleurrijke winkeltjes: handgemaakte sieraden, hippiekleding, wierook, instrumenten en kunst. Na een koffie met een prachtig uitzicht over het meer was het tijd om door te reizen naar Jodhpur.
Aankomst in Jodhpur, slapen als een koning(in)
Bij aankomst in Jodhpur werden we meteen overweldigd door de aanblik van de stad. Blauwe huisjes glinsterden in het late zonlicht, terwijl boven alles het majestueuze Mehrangarh Fort uittorende. Maar de grootste verrassing wachtte nog: ons verblijf! We sliepen in een oud kasteel, prachtig gerestaureerd en omgebouwd tot een sfeervol hotel. Hoge poorten, sierlijke binnenplaatsen, marmeren vloeren en antieke meubels brachten ons in een andere tijd. Onze kamer had uitzicht op de stad en het fort in de verte – alsof we in een levend schilderij terecht waren gekomen. Na een warme ontvangst met bloemenkrans en een koel drankje, dwaalden we door de gangen van het kasteel, elk hoekje vol historie en karakter. Een geweldige tuin/terras lonkte al snel voor ons avondeten, wederom genieten van de Indiase keuken.
Ochtend in Jodhpur
De ochtendzon kroop langzaam over de blauwe daken van Jodhpur toen wij onze dag begonnen met een wandeling door een stad die nog wakker moest worden. De lucht was koel, de straten stil, en de eerste geuren van chai en vers brood zweefden vanuit de steegjes omhoog.
Jaswant Thada
Onze eerste stop was het serene Jaswant Thada, een wit marmeren mausoleum gebouwd ter nagedachtenis aan maharadja Jaswant Singh II. Deze plek, verscholen tussen heuvels en bloemen, ademt rust. De reflectie van het ochtendlicht op het marmer gaf het geheel een bijna etherische uitstraling. We liepen langs de kleine paviljoens en luisterden naar het zachte geritsel van de bomen. Even voelde het alsof de tijd daar niet bestond.
Mehrangarh Fort – Koning van de Stad
Daarna trokken we omhoog naar het indrukwekkende Mehrangarh Fort, dat als een stenen wachttoren over de stad uitkijkt. De klim omhoog was avontuurlijk – steile paden, hoge muren, doorkijkjes naar de blauwe huizen beneden. Eenmaal boven ontvouwde zich een panorama dat je stil maakt: Jodhpur in al haar blauwe pracht, eindeloos en levendig. Binnenin het fort dwaalden we door kamers vol spiegels, wapens, koninklijke draagstoelen en fresco’s. Onze gids bracht het verleden tot leven: veldslagen, liefdesverhalen, paleisintriges. Elk balkon, elk poortje had een verhaal.
Klokkentoren en Sardar Market
Terug beneden doken we de oude stad in, waar het rumoer inmiddels was losgebarsten. Rondom de klokkentoren klotste het leven tegen de kramen aan. Stoffen in felle kleuren, stapels specerijen, vrouwen met stapels potten op het hoofd, brommers die zigzagden tussen geiten en voetgangers. We slenterden, keken maar proefden niks want we moeten streng zijn ten opzichte van ons zelf om zeker niet ziek te worden van iets wat onze maagjes niet kan verdragen.
De blauwe steegjes
Het mooiste moment van de ochtend kwam toen we de markt verlieten. Plots waren we weer alleen – geen verkeer, geen lawaai, alleen blauwe muren, blauwe deuren, blauwe daken, met katten die over de richels liepen en kinderen die ons lachend begroetten. Het voelde alsof we in een doolhof van kleur en rust terechtkwamen. Elk hoekje was fotowaardig, elk huis een geheim. Een vrouw poetste haar drempel, een oude man zat op een krukje en knikte. Hier beleefden we het echte Jodhpur.
Twee nachten in de woestijn, Manvar
Na de levendige kleuren van Jodhpur verruilden we de stad voor de stilte van de woestijn van Manvar. Onze bestemming: een sfeervol tent camp midden in het zand, waar luxe, natuur en avontuur samenkomen. De rit naar het kamp was al een belevenis op zich. Het landschap werd kaler, de horizon wijder, en de lucht helderder. En dan ineens – tussen de duinen – doemden de tenten op: strak wit canvas, perfect uitgelijnd, met kleurrijke vlaggen die dansten in de wind. We werden verwelkomd met een drankje, een glimlach en het uitzicht op eindeloze zandvlaktes. Onze tent was ruim, stijlvol ingericht met traditionele details, een comfortabel bed en zelfs een eigen badkamer – kamperen met een gouden randje.
Woestijnplezier: zwemmen, eten, ontspannen
Ja, zelfs in de woestijn kun je zwemmen. Een verkoelend zwembad in het midden van het kamp bood de perfecte pauze na een stoffige rit. Daar lagen we, onder de felle zon, omringd door duinen – een surrealistisch contrast. ’s Avonds genoten we van een heerlijk diner onder de sterren. Curry’s, gegrilde groenten, vers brood uit een tandooroven – het eten was verrassend verfijnd en vol smaak.
Live muziek, dans en sterrenhemel
Wanneer de zon wegzakt achter de duinen, verandert het kamp in een sprookje. Fakkels verlichten het pad, kussens liggen rond het kampvuur en het geluid van live Rajasthaanse muziek vult de lucht. Muzikanten in kleurrijke kleding speelden op traditionele instrumenten, terwijl danseressen met rinkelende enkelbanden zich sierlijk bewogen rondom het vuur. We zaten onder een sterrenhemel zoals je die zelden ziet – zonder lichtvervuiling, met miljoenen fonkelende punten boven ons. De combinatie van muziek, warmte, zand en stilte was ronduit magisch. Wat een rust na een eerste periode in India in drukke en chaotische steden.
Holi in de woestijn
Alsof twee nachten in een sfeervol tentenkamp in de woestijn nog niet bijzonder genoeg waren, startte hier ook ons Holi-avontuur. En dat begon – zoals de traditie dat voorschrijft – met de Holi fire, ook wel bekend als Holika Dahan. Op de avond voor Holi verzamelden we ons met andere reizigers en stafleden rond een grote houten brandstapel midden op het kampterrein. Er hing een feestelijke spanning in de lucht, maar ook iets ritueels. Terwijl de vlammen langzaam hoger oplaaiden, vertelde een van de begeleiders over de mythische oorsprong van Holi – het verhaal van Prahlad en Holika, waarin het goede uiteindelijk overwint op het kwade. Iedereen legde symbolisch wat bloemen of kruiden bij het vuur, als teken van loslaten en vernieuwen. De hitte, het knetteren van het hout, de sterrendoeken boven ons – het voelde groots en intiem tegelijk. Een magisch moment van bezinning, stilte, en hoop, voordat het kleurrijke feest de volgende dag zou losbarsten.
Narlai verwelkomt ons in stilte
Na een ochtend vol gelach, muziek en een explosie van kleur, verlieten we het kamp met nog restjes roze, geel en blauw in ons haar, op onze kleren en in onze glimlach. Holi in de woestijn was een ervaring voor de boeken: vreemden die vrienden werden, kleurpoeder dat de lucht vulde, en het gevoel dat je even onderdeel was van iets groots, vrolijks en menselijks. Tussen de dansende, feestende mensen door vervolgden we onze weg naar een plek die niet minder betoverend bleek: Narlai.
Narlai, stilte tussen de rotsen
Verborgen tussen granieten heuvels en groene velden ligt dit kleine dorp, waar de klok lijkt te vertragen. Narlai is geen bestemming, het is een gevoel van thuiskomen in een dorp. En toen we aankwamen bij onze accommodatie – een prachtig gerestaureerde haveli, ooit eigendom van de koninklijke familie – viel alles op zijn plek. De witgepleisterde gevel, de sierlijke bogen, de kleurrijke binnenplaats vol bloemen en fontein… het voelde alsof we werden opgevangen in een ander tijdperk.
Holi in Narlai
Na de vurige start van Holi in de woestijn, vierden we het kleurenfestival op kleinschaligere wijze in Narlai – en juist dat maakte het zó bijzonder. Hier geen massa’s, geen harde beats, maar een warme, oprechte viering in het hart van een klein dorp. De lokale bewoners ontvingen ons met open armen en een grote glimlach. Met kleurpoeder in hun handen kwamen ze op ons af, voorzichtig, bijna liefdevol, en veegden kleur op ons voorhoofd en wangen. “Happy Holi!” klonk het vrolijk. Al snel gingen we op in het feest – lachend, dansend, terwijl roze, groen en oranje zich langzaam vermengden op onze kleding en huid. Wat ons raakte was de authenticiteit. De pure vreugde, het wederzijdse respect en de dankbaarheid van de dorpsbewoners voor onze aanwezigheid. Wij voelden ons geen toeristen, maar gasten in een gedeeld moment van vreugde.
Wat is Holi?
Holi, ook wel bekend als het Festival van de Kleuren, is een van de oudste en meest geliefde hindoeïstische feesten van India. Het markeert het einde van de winter en het begin van de lente, en staat symbool voor nieuwe energie, vreugde en de overwinning van het goede op het kwade. De avond vóór Holi wordt traditioneel de Holika Dahan gehouden: een groot vuur dat reinigt en symboliseert dat het oude plaatsmaakt voor het nieuwe. De volgende dag barst het kleurenspektakel los. Mensen strooien poeder in alle kleuren van de regenboog – als teken van gelijkheid, liefde en verbinding. Maar in Narlai draaide het niet om grootsheid of spektakel. Het ging om contact, om mens-tot-mens, en om het simpele plezier van even samen lachen, dansen en kleuren delen. Een herinnering die voor altijd met ons mee reist.
Safari in Narlai
Hoewel Narlai vooral bekend staat om haar rust, haar erfgoed en gastvrije dorpssfeer, ontdekten wij dat dit charmante dorp nóg een geheim bewaart. In de vroege avond vertrokken we namelijk op een bijzondere safari door het rotsachtige landschap rond Narlai – op zoek naar een van de meest mysterieuze bewoners van Rajasthan: het luipaard. In een open jeep reden we de natuur in, omringd door granieten heuvels, struikgewas en eeuwenoude bomen. De zon hing laag aan de horizon en kleurde de wereld om ons heen in warme tinten goud en koper. De stilte van het landschap werd af en toe doorbroken door het gezang van vogels of het ritselen van bladeren. Onze gids vertelde met passie over het gebied – over het evenwicht tussen mens en natuur, en over hoe deze luipaarden hier relatief dicht bij de dorpen leven, ongestoord en met veel respect van de lokale bevolking.
En toen, ineens… daar, tussen twee rotsformaties, bewoog iets gracieus en gespierd. Onze gids hield zijn adem in, wij ook. Een luipaard, sierlijk en alert, dook op uit de schaduw en liep langzaam naar een rots om zich neer te vleien in de laatste zonnestralen.
Het dier keek ons even aan – niet bang, niet agressief, maar puur nieuwsgierig. In dat moment voelde de hele wereld stil. Geen camera’s, geen woorden. Alleen bewondering. En verwondering. Na een afsluitende koffie/thee in de wildernis was het tijd om, inmiddels in het donker, terug te keren naar ons verblijf.
750 treden omhoog, een spirituele klim in Narlai
Onze laatste ochtend in Narlai begon vroeg, met het eerste zonlicht dat de witte gevels van het dorp zachtjes verlichtte. Voor ons lag een uitdaging die we niet konden weerstaan: de tempel boven op de grote granieten rots die als een wachter over het dorp uitkijkt. Met een goed humeur, waterfles in de hand en wat grapjes over “ochtendgym”, begonnen we aan de 750 traptreden omhoog. Elke trede bracht niet alleen meer hoogte, maar ook meer rust. We keken uit over het slapende dorp, hoorden vogels fluiten en voelden de frisse ochtendbries langs onze wangen. Eenmaal boven werden we beloond met een adembenemend uitzicht over de Aravalli-heuvels – een zee van groen, steen en stilte. Voor de sportievelingen onder ons (of de gekken? ) ging het nóg verder: drie keer op en neer. Spierpijn? Zeker. Spijt? Geen seconde. Sporten in het noorden van India is sowieso lastig vanwege de hectiek en drukte in de steden dus deze inspanning was meer dan welkom!
Terug beneden wachtte een warme douche en een stevig ontbijt, perfect verdiend. Terwijl we onze koffers inpakten en langzaam afscheid namen van deze bijzondere plek, leek het dorp ons nog één laatste herinnering mee te willen geven. Bij het uitrijden zagen we plots mensen op straat verzamelen, met muziek, vlaggen en dans. Onze chauffeur vertelde dat er een feest was in het dorp – zeldzaam en bijzonder – omdat de heilige monnik/priest die normaal hoog in de bergen leeft, voor een keer was afgedaald naar het dorp. Wat volgde was pure vreugde: ritmische trommels, vrouwen in kleurrijke sari’s die dansten, kinderen met bloemen in hun handen, en overal stralende gezichten. We voelden ons geen buitenstaanders, maar gedeeld in hun geluk, omringd door energie en spiritualiteit. Het was een onverwachte, hartverwarmende laatste scène van ons verblijf in Narlai – alsof het dorp zelf ons uitzwaaide.
Van dorpsrust naar Udaipur
Na een intiem Holi-feest in het vredige Narlai, vervolgden we onze reis naar een nieuwe parel van Rajasthan: Udaipur. De rit door het landschap was adembenemend – glooiende heuvels, kleine dorpjes, grazende koeien en af en toe een kleurrijk geklede vrouw die water droeg op haar hoofd. Onderweg genoten we in stilte, elk in onze eigen gedachten, nog nagenietend van de bijzondere ontmoetingen in Narlai. Langzaam veranderde het landschap. De lucht werd zachter, de horizon wijder – en toen zagen we het: het water glinsterde tussen de heuvels. Udaipur. De stad van meren, paleizen en magie.
Bij aankomst wachtte ons opnieuw een paleisverblijf, en het voelde alsof we zo een sprookje binnenstapten. Ons hotel – een voormalig paleis, gelegen pal aan het meer – was een plaatje: wit marmer, sierlijke bogen, binnenplaatsen vol bloemen en het zachte gekabbel van water op de achtergrond. Onze kamer keek uit over het rustige Lake Pichola, en in de verte zagen we het iconische Lake Palace drijven als een fata morgana op het water. Hier verbleven we een paar nachten – niet gewoon om te slapen, maar om te leven als vorsten.
Udaipur, diner met uitzicht op een sprookje
Na de stilte van Narlai en het feest in de straten van het dorp, arriveerden we in Udaipur, waar de charme van paleizen, water en spiritualiteit in perfecte harmonie samenkomen. Ons verblijf lag pal aan het glinsterende Lake Pichola, en bood bij elke blik uit het raam een ansichtkaartwaardig uitzicht. ’s Avonds dineerden we op een terras aan het water, waar de lucht langzaam van oranje naar inktblauw kleurde. Tegenover ons verrees het verlichte City Palace, weerspiegeld in het kalme meer als een droombeeld. Net iets verderop, op een stenen platform aan de oever, stond een kleine hindoetempel, levendig ondanks het late uur. We zagen mensen bidden, bloemen offeren, kaarsjes ontsteken – een voortdurend komen en gaan van devotie. De zachte klanken van gezang, tempelbelletjes en het geruis van het water vormden de perfecte soundtrack bij onze heerlijke maaltijd. India is over de top qua eten!
De volgende ochtend genoten we opnieuw van het meer – ditmaal tijdens een rustig ontbijt. Terwijl de zon langzaam opkwam, ontwaakte de stad in stilte. Maar bij de tempel begon het leven alweer volop te stromen. Hindoes badderden in het meer, hun gebaren zacht en ritmisch, als onderdeel van een eeuwenoud ritueel. Het was geen voorstelling – het was puur leven, onopgesmukt en tijdloos.
Op eigen tempo door een levend schilderij
Onze eerste dag in Udaipur was er een van vrijheid en genieten. We lieten ons leiden door smalle straatjes vol kunstgaleries, kleine tempels, werkplaatsen van miniatuurschilders en juweliers. Geen route, geen haast – alleen ogen open en camera binnen handbereik. Langs de oever van Lake Pichola genoten we van het leven dat zich voor onze ogen ontvouwde: vrouwen die groenten verkochten op een deken, schoolkinderen in uniformen, toeristen met camera’s, heilige koeien in de schaduw van een tempelmuur. Voor de lunch streken we neer op een van de vele dakterrassen, waar de geur van masala chai zich mengde met de warmte van de middagzon. Met uitzicht op het Lake Palace en de overkant van de stad genoten we van curry’s, versgebakken naan en het langzaam voorbijtrekkende leven beneden. Het voelde als een film – alleen speelden wij de hoofdrol.
Udaipur door de ogen van de grappigste gids van India
De tweede dag ontdekten we de stad samen met een lokale gids, die meteen al onze aandacht had met zijn grijns en een eindeloze stroom grappen. Hij wist niet alleen alles van Udaipur – hij wist ook hoe hij het moest vertellen. Daarna wandelden we door de oude wijk, langs ambachtslieden en kleurrijke huisjes, waar onze gids bij elk steegje weer een nieuw verhaal paraat had – over een verloren ring, een ondeugende olifant, of zijn eigen jeugd (al geloofden we niet alles). We sloten de dag af met een bezoek aan een miniatuurschilderatelier, waar we het ongelooflijke vakmanschap van dichtbij mochten bewonderen. Onze gids probeerde zich nog aan een penseel, maar dat leverde vooral veel gelach op. Het indrukwekkende museum en wat te denken van de locaties in de stad, die we bezochten, waar de James Bond film Octopussy zijn opgenomen.
Tijdens ons verblijf in Udaipur werden we onverwacht getuige van een bijzonder moment in de geschiedenis van de stad. Op zondag 16 maart 2025 overleed Arvind Singh Mewar, de 76e erfgenaam van de koninklijke familie van Mewar en voorzitter van de HRH Group of Hotels, op 81-jarige leeftijd in zijn residentie in het City Palace van Udaipur. Zijn crematie vond plaats op maandag 17 maart bij Mahasatiya, de koninklijke crematieplaats van de familie Mewar Tribune India.
In de hindoeïstische traditie worden overledenen doorgaans op dezelfde dag gecremeerd. In dit geval werd de ceremonie echter met een dag uitgesteld, zodat zijn dochter, die zich op dat moment in Boston (VS) bevond, aanwezig kon zijn bij de uitvaart. Op de dag van de crematie bezochten wij de beroemde Jagdish-tempel, een 17e-eeuwse hindoetempel gewijd aan Vishnu en een spiritueel centrum van de stad. Terwijl we net de indrukwekkende trappen afdaalden, zagen we de koninklijke rouwstoet voorbijtrekken. De baar met het lichaam van Arvind Singh Mewar werd symbolisch richting de tempel gedraaid als een laatste groet aan de goden en het spirituele hart van zijn stad. Het was een ontroerend moment van eerbied en traditie, dat diepe indruk op ons maakte.
Vanwege het overlijden van Arvind Singh Mewar was het City Palace op 16 en 17 maart gesloten voor toeristen. Hoewel we het paleis niet van binnen konden bezichtigen, voegde deze unieke ervaring een bijzondere dimensie toe aan ons verblijf in Udaipur. Het bijwonen van dit historische moment, waarin eeuwenoude tradities en het moderne leven samenkwamen, maakte ons bezoek aan Udaipur onvergetelijk.
’s Avonds, terug aan het meer met een drankje in de hand, blikten we terug op onze dagen in Udaipur. Wat begon als een mooie stad, eindigde als een van de meest gedenkwaardige hoofdstukken van onze reis. Door de sfeer, de schoonheid, maar vooral ook door de mensen – van de vriendelijke serveerster tot onze onvergetelijke gids met zijn aanstekelijke humor. De laatste ochtend nog even een rondje hardlopen langs een van de vele meren, met de tuktuk heen en hardlopend retour, dikke 10 km lopen in India, WAUW! “Onze” Vikram brengt ons naar de luchthaven alweer we afscheid nemen van onze geweldige chauffeur! Ook wij hadden indruk gemaakt want hij had de tranen in zijn ogen staan. Bye bye, friends forever. Wij vliegen door naar ons volgende stop, Mumbai!
Mumbai
Na een vlotte vlucht naar Mumbai verliep het inchecken in ons hotel iets minder soepel, een paar lichte perikelen, hotelkamer geregeld. Maar niets wat niet kon worden opgelost met een flinke dosis geduld en een beetje humor. Yep, op reis gebeuren zoms wat onvoorziene zaken, kan gebeuren. Eenmaal gesetteld besloten we de dag af te sluiten met een hapje en drankje in de “disco” van het hotel, waar de muziek net iets harder stond dan nodig was, maar de sfeer verrassend goed. Mumbai voelt direct levendig, kosmopolitisch en contrastrijk – het echte stadsleven, 24 uur per dag.
Elephanta Caves
De volgende ochtend stapten we aan boord van een ferry bij de beroemde Gateway of India, klaar voor een tocht over het water naar de mysterieuze Elephanta Caves. De boottocht van ongeveer een uur over de Arabische Zee gaf een prachtig zicht op de skyline van Mumbai, langzaam vervagend in de verte. Eenmaal aangekomen op Elephanta Island, voelden we meteen dat we op een bijzondere plek waren beland. De natuur is weelderig en het eiland lijkt doordrenkt van mystiek. Na een korte klim (onder toeziend oog van brutale apen) bereikten we de grotten – uitgehouwen in massieve rotsen, stil en krachtig. De grootste grot is gewijd aan Shiva, en hier wachtte ons een absoluut hoogtepunt: het gigantische reliëf van de Trimurti – Shiva in zijn drie gedaanten: de schepper, de beschermer en de vernietiger. Meer dan vijf meter hoog, vol details en kracht. Je voelt de eeuwenoude spiritualiteit die deze plek uitstraalt. De andere beelden in de grotten – dansende Shiva’s, mythologische taferelen, zuilen en pilaren – zijn even indrukwekkend. En te bedenken dat dit allemaal in de 5e tot 8e eeuw is uitgehouwen, met slechts beitels, hamer en ongelooflijk vakmanschap. Indrukwekkende toer die je niet mag missen in Mumbai.
Na ons bezoek aan de Elephanta Caves en een uitgebreide en aangeboden lunch, was het tijd om Mumbai van dichterbij te verkennen. Met een gids op pad, ontdekten we hoe deze miljoenenstad voortdurend laveert tussen koloniaal erfgoed en moderne hectiek. Onze eerste stop: het majestueuze Chhatrapati Shivaji Maharaj Terminus, beter bekend als het Victoria Station. Dit imposante gebouw is een schoolvoorbeeld van Victoriaanse gotiek met Indiase invloeden, en is niet voor niets UNESCO-werelderfgoed. Het station bruist – treinen denderen binnen, mensen haasten zich, maar het gebouw zelf blijft onverstoorbaar en elegant. We stonden even stil om het houtsnijwerk, de zuilen en bogen goed in ons op te nemen. Hier zie je letterlijk hoe geschiedenis en het dagelijks leven samenkomen.
Daarna maakten we een klimmetje naar de Upper Gardens, bovenop Malabar Hill, waar we een prachtig uitzicht over Mumbai hadden. De skyline, de zee, de drukke straten beneden – alles lag aan onze voeten. In de verte zagen we de zon al dalen, waardoor de stad baadde in warm licht. Het was het perfecte moment om even stil te staan en te beseffen hoe bijzonder het is om deze veelzijdige metropool van zo dichtbij te mogen ervaren.
Dharavi – meer dan je ooit verwacht
Op onze laatste dag in Mumbai maakten we een tour die ons diep raakte, op een manier die je niet snel in reisgidsen terugvindt. We bezochten Dharavi, een van de grootste sloppenwijken ter wereld, met een lokale gids die er zelf is opgegroeid. We begonnen onze wandeling aan de rand van de wijk. Onze gids, vriendelijk, open en zichtbaar trots op zijn roots, vertelde al snel: “Dharavi is geen plek van armoede, maar van mensen, werk en trots. Kijk met open ogen.” Die zin bleef de hele tour bij ons hangen. Wat we zagen, verraste ons. Geen uitzichtloze ellende, maar een gemeenschap die bruist van activiteit. We liepen door smalle steegjes waar elke centimeter werd benut: leerlooierijen, recyclingfabriekjes, zeepmakers, bakkerijen – alles op eigen kracht, alles handgemaakt.
Onze gids kende elke hoek, groette elke buur, en liet ons zien hoe meer dan een miljoen mensen hier samenleven, werken, lachen en dromen. Kinderen speelden cricket in een open ruimte, vrouwen maakten chapati’s voor het avondeten, mannen stapelden stapels plastic flessen voor recycling. Er was bedrijvigheid, creativiteit, samenwerking. Onze gids vertelde over zijn jeugd hier, zijn schooltijd, de kansen die hij kreeg, en zijn keuze om nu toeristen rond te leiden – niet om te choqueren, maar om bewustzijn te creëren. Hij liet ons niet alleen de plekken zien, maar vooral de mensen erachter. En dat maakte alle verschil. We spraken bewoners, kregen een inkijkje in hun dagelijkse leven, en voelden dat dit geen plek was om medelijden mee te hebben, maar om respect voor te hebben.
Een bezoek aan Dharavi met iemand die het van binnenuit kent, is geen gewone tour. Het is een les in veerkracht, waardigheid en gemeenschap.
Mumbai ontwaakt
De meeste mensen ontdekken Mumbai overdag: in de hectiek van het verkeer, het getoeter van riksja’s, de geurige kraampjes, het eindeloze tempo. Maar wij besloten het anders te doen. Op onze laatste ochtend namen we deel aan een dawn tour – een ontdekkingstocht vóór zonsopgang, wanneer de stad zich nog uitrekt, gaapt en stilletjes voorbereidt op een nieuwe dag. En dat, zo zouden we ontdekken, is het meest oprechte gezicht van Mumbai. In het donker stapten we in de auto met onze gids, die zichtbaar enthousiast was om ons dit andere Mumbai te laten zien. De straten waren leeg, koel en stil – een zeldzaamheid in deze metropool. Maar achter die stilte schuilde al leven. Veel leven. Onze eerste stop: de bloemenmarkt. Duizenden bloemen – jasmijn, rozen, goudsbloemen – werden met grote snelheid uit kratten gehaald, gebonden tot offerslingers en verkocht nog voor de zon opkwam. Mannen met fietskarren, vrouwen met manden op hun hoofd, onderhandelende handelaren… het was een georganiseerde chaos in het schemerlicht.
Daarna gingen we naar de vismarkt bij Sassoon Docks. Terwijl de vissersboten aanmeerden, werden kilo’s vis, garnalen en inktvis gelost en razendsnel gesorteerd. De geur was overweldigend, maar de energie ook. Dit was Mumbai in haar ruwe, eerlijke vorm. De plastic (wegwerp)overschoenen waren geen overbodige luxe. Verderop zagen we hoe melkflessen in metalen rekken werden gesorteerd en bezorgd bij huizen, terwijl krantenjongens met de precisie van een goochelaar de dagbladen op drempels en balkons slingerden.
Een van de laatste stops was de beroemde Dhobi Ghat – het grootste openlucht-wascentrum ter wereld. Zelfs zo vroeg op de ochtend waren de eerste wasmannen al druk bezig. Bergen wasgoed werden gesorteerd, in grote bassins geslagen, uitgespoeld, uitgewrongen en zorgvuldig opgehangen. Een choreografie van water, zeep en spierkracht.
Langzaam verscheen de zon boven de horizon. Terwijl wij koffie dronken op een straathoek en de eerste gewone verkeerstoer begon, beseften we dat we iets heel bijzonders hadden meegemaakt. We hadden niet alleen een stad bekeken, maar haar hartslag gevoeld voordat ze wakker werd. Deze toer mag je echt niet missen tijdens je bezoek in Mumbai.
Van miljoenenstad naar palmbomenrust, aankomst in Cochin
Na de bruisende chaos en contrasten van Mumbai stapten we op het vliegtuig naar het zuiden van India. Onze bestemming: Cochin, het groene hart van Kerala. En zodra we uitstapten, voelden we het meteen: dit is een andere wereld. De lucht was zachter, de sfeer rustiger, en de geur… een mix van zout, bloemen en specerijen. Palmbomen wuifden ons tegemoet, het tempo leek te halveren, en onze schouders zakten bijna automatisch een paar centimeter omlaag. We waren in het zuiden, en alles voelde lichter.
Ons hotel – of beter gezegd: ons toevluchtsoord – bleek een prachtig, sfeervol onderkomen midden in het oude koloniale hart van Cochin. Een plek vol karakter: houten veranda’s, zachte gordijnen die dansten op de bries, en overal details die verhalen vertelden over Portugese, Nederlandse en Indiase invloeden. Vanaf het terras zagen we vissers met hun karakteristieke Chinese visnetten aan het werk terwijl de zon langzaam zakte in de Arabische Zee. De stilte werd af en toe onderbroken door het rinkelen van een fietsbel of het verre geroep van een verkoper. Het voelde alsof we een nieuw hoofdstuk van onze reis binnenstapten.
Onze dagtour door Cochin voelde als een reis door eeuwen geschiedenis, omgeven door palmen en zeegeur. We slenterden door de rustige straatjes van Fort Kochi, langs kleurrijke koloniale huizen, oude kerken en charmante kunstgalerijen. Bij de iconische Chinese visnetten zagen we vissers hun vangst binnenhalen met een techniek die al eeuwen onveranderd is. We bezochten de St. Francis Church, de oudste Europese kerk van India, en wandelden door de Joodse wijk, met haar sfeervolle steegjes en geurende specerijenwinkels. Tussendoor genoten we van een heerlijke lunch met uitzicht op het water, terwijl de stad zijn relaxte tempo aan ons doorgaf. Aan het einde van de toer gingen we nog even op bezoek bij een lokale wasserette, hier is werken een andere dimensie dan wat wij onder werken verstaan. Cochin is geschiedenis, cultuur en tropische kalmte in één.
’s Avonds woonden we in Cochin een traditionele Kathakali-theatershow bij – een unieke kunstvorm uit Kerala, waar dans, mimiek en kostuum samensmelten tot een visueel spektakel. Vooraf mochten we het schminken van de acteurs bijwonen: een ritueel op zich. Met ongelooflijk geduld en precisie werden kleurrijke lagen natuurlijke verf opgebracht – groen voor helden, rood voor demonen, zwart voor boosaardige types. Langzaam verschenen de karakters uit oude hindoeverhalen op hun gezichten. De voorstelling zelf was intens: geen woorden, alleen expressie, handgebaren (mudra’s) en muziek. We keken ademloos toe hoe mythes tot leven kwamen in trage, krachtige bewegingen en diepe blikken. Een betoverende kennismaking met de cultuur van Kerala.
Munnar betovert met haar groene pracht
Na de rust en koloniale charme van Cochin begon een van de mooiste autoritten van onze reis: de tocht naar Munnar. De weg slingerde omhoog door heuvels, steeds groener, steeds stiller. En dan, plots: daar lagen ze – de uitgestrekte theeplantages. Eindeloze rijen perfect gevormde struiken, als een donkergroen lappendeken over de glooiende hellingen.We reden er dwars doorheen, verwonderd bij elke bocht. Theepluksters in kleurrijke sari’s werkten stilletjes tussen de struiken, als levende penseelstreken in het landschap. Dit was geen gewone rit – dit was een reis door een schilderij. Onze aankomst in Munnar was al net zo magisch. Boven op een heuvel lag ons sfeervolle hotel, met panoramisch uitzicht over de vallei, de bergen en – uiteraard – de theevelden. In de verte klonken vogels, de wind ritselde door eucalyptus, en het voelde alsof de wereld even stilstond. Deze unieke locatie nemen we zeker ook op voor onze Never Stop Travelling klanten.
De volgende ochtend trokken we onze wandelschoenen aan voor een hike door een nationaal bosreservaat. Onder begeleiding van een gids trokken we door weelderig regenwoud, langs kabbelende beekjes, dikke boomwortels, bamboe en varens. De lucht was fris en vochtig, en met elke stap ontdekten we nieuwe geluiden, geuren en kleuren. We zagen tropische vogels, vlinders en zelfs een schichtige hertensoort, als kers op de taart hadden we onze lunch midden in het reservaat op een schitterend uitzichtpunt over het dal. Later op de dag namen we het rustiger aan. Samen met onze gids struinden we ontspannen door het stadje Munnar, over de markt vol kruiden, lokale snacks, handgemaakte producten en verse thee. Het is hier in het zuiden een stuk minder hectisch dan in het Noorden, erg relaxed om hier rond te wandelen. Nog even wat lokale thee- en koffiesoorten gekocht.
De straten en markt van Munnar in beeld!
Op weg naar Periyar, thee, bochten en vergezichten
Onze reis van Munnar naar Periyar was geen gewone verplaatsing, maar een rit door een levend landschap. De weg slingerde zich eindeloos door de heuvels – bocht na bocht, hoger, groener, weidser. En overal: thee. Thee op de heuvels, langs de wegen, rondom huisjes. Theevelden als groene golven tot aan de horizon. We reden langs mistige bergkammen, kleine dorpjes, vrouwen met theemanden op hun rug, kinderen die zwaaiden. Wij als reisfotografen gaven we onze chauffeur met grote regelmaat de opdracht voor fotostops. Deze route was geen tussenstuk, maar een bestemming op zich. Een ode aan groen, hoogte, en India’s meest geliefde drank.
Na de kronkelende, groene route vanuit Munnar arriveerden we in Periyar, midden in het hart van de natuur. En ook hier stond ons weer een parel van een verblijf te wachten: een geweldig resort, omringd door jungle, vogels en de geur van kruiden en bloemen. Wat een rust!
Ochtendsafari in Periyar National Park
De volgende ochtend gingen we vroeg op pad, klaar voor een ochtend bootsafari in het Periyar National Park. Het park zelf is adembenemend: mistige wouden, kabbelende rivieren, bamboebossen en bergachtige horizonlijnen. Qua wildlife zat het iets minder mee – geen tijgers of dichte olifantenontmoetingen deze keer. Wel zagen we diverse vogelsoorten, en in de verte een groep buffels en een paar olifanten, die zich traag en statig door het groen bewogen. Maar eerlijk is eerlijk: alleen al de stilte van het woud maakte het de moeite waard. Aansluitend maakten we een indrukwekkende toer door de velden van een kruiden, koffie en fruitplantage. Puur is nergens puurder dan hier. Kaneel zoals we kaneel nog nooit geproefd hadden.
Massage is in India een beleving op zich – en in dit resort konden we het niet laten om ons opnieuw over te geven aan de Ayurvedische massagekunst. Vriendelijke handen, warme olie, rustgevende klanken op de achtergrond… alles klopte. Na afloop voelden we ons letterlijk herboren.
’s Avonds genoten we nog van een theatervoorstelling in een lokaal theater waarbij lokale artiesten optraden met een mix van dans, muziek en traditionele verhalen. De kleuren, mimiek en ritmiek namen ons mee naar een wereld van mythen, legendes en oude wijsheden. Het was de perfecte afsluiter van een dag waarin natuur, ontspanning en cultuur in perfecte harmonie samenkwamen. We hadden al vaarwel gezegd tegen onze chauffeur, dat kleine stukkie kunnen we wel terug wandelen hadden we gemeld. Gelukkig had hij het weer beter in de gaten gehouden dan wij en bracht hij ons mooi weer “thuis” door de immense regenval. Was anders toch een natuurlijke douche geworden…
Naar het hart van de backwaters, Philipkutty’s Farm
Na het groene Periyar vervolgden we onze reis naar een plek die zó bijzonder was, dat je het eerder ontdekt dan bereikt. Vanaf het vasteland stapten we aan boord van een kleine houten boot, die ons zacht kabbelend over het water bracht – langs wuivende palmen, rijstvelden en spiegelglad water. Onze bestemming: Philipkutty’s Farm, een afgelegen eilandverblijf, alleen bereikbaar via het water. En wat een aankomst! Aan de oever stond onze gastvrouw al klaar met een warme glimlach, en achter haar lag een stukje paradijs dat ons letterlijk de adem benam. Philipkutty’s Farm is niet zomaar een verblijf, het is een familieboerderij en homestay, waar je logeert in prachtige, ruime cottages gebouwd in traditionele Kerala-stijl. Met houten plafonds, antieke meubels en veranda’s met uitzicht op de backwaters voel je je meteen thuis én bijzonder. De stilte wordt hier slechts onderbroken door vogels, het klotsen van water tegen de kade, en het zachte gezoem van het plattelandsleven. Rondom de boerderij groeien specerijen, kokosnoten, papaja’s en bananen, en je kunt hier leren hoe het leven op een Keralese boerderij écht werkt – van vissen tot koken tot plantagebeheer. Philipkutty’s Farm was voor ons niet alleen een overnachtingsplek, maar een ervaring van eenvoud, gastvrijheid en verbinding met de natuur. Hier hoef je niets. Je mag kijken, proeven, luisteren – en je laten meevoeren op het ritme van het water. Helaas verbleven we hier maar 1 nacht want een dagje extra was hier zeker een genot geweest. Al moeten we wel eerlijk bekennen het was hier warm en super vochtig, wat ons niet weerhield om in de ochtend even een hardlooprondje te doen op het farm. Het zweten begon echter al bij buitenkomst en toen moest het lopen nog beginnen.
De Backwaters per houseboat
Na ons verblijf op het rustige eiland van Philipkutty’s Farm maakten we een korte verplaatsing, die opnieuw een nieuw hoofdstuk van onze reis inluidde. Vanaf een kleine aanlegsteiger stapten we aan boord van onze private houseboat – klaar voor een onvergetelijke tocht door de betoverende backwaters van Kerala. Onze boot had slechts één kamer – helemaal voor ons alleen – met een fijn zitgedeelte, een eigen badkamer en een dek waarop we eindeloos konden staren naar het kabbelende water en het landschap dat voorbijgleed. De bemanning – kapitein, kok en steward – zorgde voor alles, met een glimlach en oprechte gastvrijheid. De maaltijden aan boord waren een feest op zich: vers gevangen vis, geurige curry’s, kokosgerechten, rijst en chutneys, allemaal met liefde bereid door onze privékok. Terwijl we aten, gleden we voorbij rijstvelden, palmbossen, vissers in houten kano’s en kinderen die zwaaiden vanaf de oever. Er was geen haast, geen verkeer, alleen het zachte geplons van de peddels en het geritsel van de wind in de palmen. De backwaters zijn geen plek die je bezoekt – het is een plek die je voelt. Onderweg stapten we over in een klein bootje voor een tochtje door een dorpje dat enkel via smalle riviertjes bereikbaar is. Geen auto’s, geen brommers, zelfs geen fietsen. Alles gebeurt hier te voet of per boot. We peddelden door stille kanaaltjes, onder lage bruggetjes door, langs huisjes omgeven door bloemen, en groetende bewoners die hun was deden aan het water. Het was alsof de wereld hier vergeten was dat ze moest versnellen – en wij mochten even meedrijven in dat trage ritme. Heerlijk! Na een overnachting op de houseboat was het alweer tijd om te vertrekken naar onze laatste accommodatie van deze geweldige India-trip.
Mararikulam
Na weken vol indrukken, ontmoetingen en avonturen gleed onze reis naar haar slothoofdstuk – en wat voor een. Vanuit de houseboat werden we naar onze laatste bestemming gebracht: het luxe, stijlvolle en rustgevende Marari Beach Resort, gelegen aan de zonovergoten kust van Mararikulam. Marari Beach Resort voelt niet als een hotel, maar als een goed bewaard geheim. Zodra je het terrein betreedt, loop je onder wuivende palmbomen, langs zandpaden, tropische tuinen en geurige bloemenperken. Overal fluiten vogels, ritselt de wind door het groen en hoor je op de achtergrond het ritmische ruisen van de Arabische Zee. Onze cottage was ruim, elegant ingericht en voorzien van een buitendouche en veranda. Het voelde alsof luxe en natuur hier hand in hand gingen. Het zwembad – groot, schoon en omringd door palmen – was een plek om uren te vertoeven, afgewisseld met een koel drankje of een goed boek. Het strand, slechts een korte wandeling verder, was stil, schoon en uitgestrekt. Hier konden we eindeloos turen naar de horizon, luisteren naar de branding en gewoon… zijn. Natuurlijk doken we nog even de golven in, wat niet overal in India een optie was, is de zee hier zeer zeker goed om te zwemmen.
Een fietstocht die een bruiloft werd
Op onze voorlaatste volle dag in Mararikulam besloten we de omgeving per fiets te verkennen. Het Marari Beach Resort stelde de fietsen gratis ter beschikking, en met de frisse zeebries in ons gezicht en de zon die door de palmen prikte, trapten we ontspannen de rustige wegen op. De omgeving was ideaal om te fietsen: vlak, vredig, met weinig verkeer en overal glimlachende mensen die ons vriendelijk groetten. We reden langs kleine dorpjes, rijstvelden, kokosbomen en kleurrijke huizen met bloemen voor de deur.
Toen we bij een tempel aankwamen, viel ons meteen de drukte en kleur op. Vrouwen in schitterende sari’s, mannen in traditionele doti’s, kinderen met bloemen in het haar. Er bleek een bruiloft op het punt van beginnen. We stonden even te kijken van een afstandje, toen iemand ons vriendelijk wenkte: “Please, you can come closer. You’re welcome.” Met een tikje schroom maar veel nieuwsgierigheid liepen we naar voren. We mochten blijven kijken en zelfs fotograferen. Iedereen lachte, poseerde, zwaaide. We werden niet als buitenstaanders bekeken, maar als deel van het moment. De sfeer was feestelijk, vrolijk en warm – een viering van liefde én gemeenschap. Althans we hopen liefde want in India kennen ze het love huwelijk en het arragend huwelijk, het laatste was hier gaande. De bruid en bruidegom hadden elkaar pas twee dagen voorafgaand aan dit huwelijk voor het eerst gezien.
En toen kwam het onverwachte hoogtepunt: de “ceremoniemeester” zelf nodigde ons uit om mee te komen eten. Vol verwondering stapten we even later in een lokale bus, onze fietsen veilig achtergelaten bij de tempel. In het huis van de familie werden we als eregasten ontvangen – met warme blikken, geurige bloemkransen en een overdadige maaltijd geserveerd op bananenbladeren. Natuurlijk moesten we selectief eten want het lokale eten kan wel eens slecht vallen op onze westerse magen, achteraf gezien was er niets aan de hand en hadden we lekker gegeten.
We aten samen met andere gasten, deelden verhalen, en proefden van het echte leven in Kerala – letterlijk en figuurlijk. De gerechten waren heerlijk, maar het gevoel van verbinding, gastvrijheid en onverwachte openheid was wat ons écht raakte.
Wat begon als een ontspannen tochtje door de omgeving, eindigde als een van de meest bijzondere ervaringen van onze reis. Geen plan, geen reservering – alleen een open hart, een vriendelijk gebaar, en de magie die ontstaat als werelden elkaar raken.
In de drie nachten die we hier verbleven, deden we vooral wat we wekenlang hadden uitgesteld: ontspannen, reflecteren en opladen. ’s Ochtends genoten we van een uitgebreid ontbijt onder de bomen, overdag lazen we onder een parasol, en ’s avonds dineerden we in een van de meerdere restaurants, elk met hun eigen sfeer en voortreffelijke keuken – van verse vis tot traditionele Kerala-gerechten. En wat te denken als je op deze locatie je 54ste verjaardag mag vieren, uniek!
Er was zelfs een biologische tuin op het terrein, yogasessies bij zonsopgang, en kleine paden om door het resort te dwalen – alles straalde rust en aandacht voor detail uit.
Vanuit hier in de vroege ochtend weer terug naar Cochin Airport om via Dubai weer terug te vliegen naar Düsseldorf.
India: een Reis die je verandert
Elke plek die we bezochten was bijzonder en verrassend. Delhi, Varanasi, Jaipur, Udaipur, Kerala – elk deel van India gaf ons een nieuw perspectief en liet ons een stukje van onszelf achter. Deze reis was meer dan een vakantie; het was een verhaal dat we voor altijd bij ons dragen. India raakt je, inspireert je en verandert je.
En als je ooit de kans krijgt om dit land te ontdekken, neem die dan met beide handen aan. India zal je betoveren, zoals het ook ons heeft gedaan. Meer weten? Bij Never Stop Travelling staat de koffie/thee klaar voor je om jouw avontuur te bespreken.
Recente reacties